Longaanval

Maak onderscheid tussen ABCDE instabiel of stabiel.

ABCDE instabiel

  • Bel een ambulance met A1-indicatie.
  • Geef 10 tot 15 liter O2/minuut (indien beschikbaar) via een non-rebreathing masker.
  • Geef salbutamol en ipratropium met zuurstof en vernevelmasker of indien geen vernevelaar beschikbaar is, per dosisaerosol met voorzetkamer. 
  • Breng een infuusnaald in, spuit door met ten minste 2 ml NaCl 0,9%.
  • Overweeg in afwachting van de ambulance dexamethason intraveneus/intramusculair. 

ABCDE stabiel

Toediening van inhalatiemedicatie via een dosisaerosol is gelijkwaardig aan toediening via een vernevelaar. Vroeg starten met systemische steroïden vermindert het aantal ziekenhuisopnames bij een astma longaanval.

Zie verder de NHG-standaard:
https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/astma-bij-volwassenen#volledige-tekst-longaanval-astma-bij-volwassenen-

Controle na een longaanval

Controle na een longaanval door huisarts en/of POH is een zinvolle bezigheid. Er bestaat geen ICPC-code voor een longaanval. Registreer de longaanval via de hiervoor bedoelde diagnostische bepaling 3549, COAE RQ.

  • Evalueer klachten en ervaren beperkingen.
  • Onderzoek zo nodig de longen.
  • Overweeg indien de klachten niet verbeteren alsnog een prednisonkuur te starten of deze te verlengen tot maximaal 14 dagen.
  • Besteed aandacht aan therapietrouw, inhalatietechniek en uitlokkende factoren (TIP).
  • Stel eventueel het medicamenteus beleid bij volgens het stappenplan.